THE CAXTON EXHIBITION Or a bibliographical description of nearly in various languages and divers verfions printed during the laft four centuries Special edition revifed and carefully corrected with additions Flavoured with a squeeze of the Saturday Review's homily on Bibles By HENRY STEVENS GMB FSA MA Etc Sometimes Student in Yale College in Connecticut in New England Now refiding in London Bibliogra Entered at Stationers' Hall, London, and Entered, according to Act of Congress, in the year 1878, by Henry Stevens, of Vermont, Citizen of the United States, In the Office of the Librarian of Congress, at Washington. B ΤΟ THE ENLIGhtened & LIBERTY LOVING BURGOMASTERS AND COUNCIL OF ANTWERP OUR ANCESTORS OWED THEIR FIRST AND THEREFORE ΤΟ THE BURGOMASTER AND COUNCIL OF THE SAME ANCIENT AND RENOWNED CITY WHICH ENGLISHMEN & AMERICANS MUST EVER REGARD AS THE CRADLE OF THEIR COVERDALE BIBLE THIS VOLUME IS APPROPRIATELY INSCRIBED BY HENRY STEVENS Extract from Het Leven van Emanuel van Meteren kortelijck beschreven door fijnen ghetrouvven Vriendt SIMEON RVYTINCK, folio 672 of Emanuel van Meteren's Nederlandtsche Historie the edition in folio of 1614. MANUEL van METEREN, die met grooten vlijt ende vernuft defen Boeck by een verfamelt heeft, was t'Antwerpen ghebooren den 9. Julij 1535. Sijn Vader hiet Jacob van Meteren van Breda, Sone van Cornelius van Meteren. Sijn Moeder hiet Ottilia Ortels, dochter van Willem Ortels van Aufborch, die Grootvader was vanden wijdt-beroemden Wereldt-beschrijver, Abrahamus Ortelius. Sijn Vader in fijn Ieucht hadde gheleert die Edele Konfte van't Letter fetten, hy was begaeft met de kenniffe van veelderley Talen, ende andere goede wetenschappen, wift van in die tijden 't licht t'onderscheyden van duyfterniffe, ende bethoonde fijnen byfonderen yver in 't bekostighen vande oversettinghe ende Druck vanden Enghelschen Bijbel binnen Antwerpen, daer toe ghebruyckende den dienst van een gheleert Student, met namen Miles Couerdal, tot groote bevorderinghe van het Rijcke Jefu Christi in Enghelandt. Sijn Moeder was een Godvreefende ende trooftelijcke Joffrouwe, die infghelijcks de kenniffe der Waerheyt outfangen hadde, ende met haren Man veel daer voor geleden heeft. 't Is ghebeurt (haren Man om fijnen handel na Engelandt ghereyft zijnde) foose swangher was van defen Soone, datmen van d'Overheyt weghe, haer Huys is komen befoecken, om Leonard Ortels haren Oom, die daer plach t' huys te liggen, te vangen, om 't punct vande Religie, ende met eenen to fien offer gheen verboden Boecken te vinden waren; de wreetheyt van dese Onderfoeckers, beweechde de goede Joffrouwe den Heere vyerichlijcken te bidden, op datse de selve niet vonden, 't welck oock alfoo ghebeurt is, al wast datse verscheyden-mael de handen op de Kiste leyden daer de Boecken in waren, Godes genadige hulpe ende bescherminge daer in speurende, heeft belooft (foose een Soone baerde) den felven Emanuel te noemen, dat is, God met ons, welcke belofte fy oock volbrocht. Hier uyt heeft Emanuel oorfake genomen, tot fijn Manlijck verstandt gekomen zijnde, by 't woordt Emanuel, ghemeenlijck te voegen, Quis contra nos? dat is, Is God met ons, wie is tegen ons? om aen die voorighe weldaet te beter te gedencken, ende in alle gevaer op den Heere te betrouwen. Sijnen Edelen Vriendt ende Coufijn Daniel Rogerfius, heeft daer op dit Latijns vers gedicht. AD SYMBOLUM EMANVELIS DE METERI: Nobifcum DEVS, quis contra nos? Cvius opem imploras? hominum cui credis in Orbe. Quum mundo fit nulla fides: Pendentia filo Crede datis, anceps forma venusta bonum. Fidat equis alius, pedibus pernicibus alter. Mars equtem Bello, Mars peditemque premit. Spes armis nec certa, licit triplice firma Robore, glans mixto fulphure tranfit ea. Ergo iftis alius fidat. Tu dulce fecutus Emanuel nomen, fidere perge Deo. Quem fi tecum habeas, in eo fi Spemque reponas |